Op dinsdag 16 september was de officiële introductie van de Vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten, dhr. Gerbert Kunst, aan de gemeenschap van Curaçao. Op deze heuglijke dag werd ook stilgestaan bij Prinsjesdag 2025 en de plannen die de Nederlandse regering voor 2026 voor de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk heeft. Onder de genodigden waren onder anderen waarnemend gouverneur mevr. Michelle Russel-Capriles, premier dhr. Gilmar Pisas, voorzitter van de Staten dhr. Fergino Brownbill, Statenleden, vertegenwoordigers van een aantal maatschappelijke organisaties en de winnaars van de Prinsjesdag Challenge 2025 van KAP.

Beeld: Ramsay Soemanta

Leerhotel mooi voorbeeld van samenwerking

De receptie werd georganiseerd in het Parasasa Hotel Curaçao, een leerhotel waar studenten ervaring opdoen als hospitality professionals. “Een mooi voorbeeld van samenwerking in het Koninkrijk en van het gezamenlijk opleiden van een nieuwe generatie”, aldus dhr. Kunst. Dit leerhotel is een initiatief van lokale hospitality-organisaties en de samenwerking tussen de instellingen op Curaçao, van het SBO tot de Universiteit, het ROC Mondriaan in Nederland als vertegenwoordiger van het MBO, en het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap, Cultuur en Sport. Ook het Nederlandse Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft bijgedragen.

Nieuw begin van samenwerking

Samenwerking tussen de landen binnen het Koninkrijk vormde de rode draad in de toespraak van de Vertegenwoordiger. In de uitnodiging aan de gasten is gebruikgemaakt van een afbeelding van de tulp en de flamboyan, een boom met mooie oranje (soms ook gele) bloemen die te vinden is op Curaçao, Aruba en Bonaire.

“Deze bloemen staan niet alleen symbool voor Nederland en Curaçao – ik heb een flamboyanboom vlak bij mijn huis hier en tulpen in mijn tuin in Nederland – maar beiden staan wat mij betreft ook voor een nieuw begin van onze samenwerking en voor de warmte en gastvrijheid die ik bij mijn aantreden heb mogen ervaren. U kunt ervan op aan dat ik mij met de frisse moed van de tulp en de passie en energie van de flamboyan zal inzetten voor het welzijn van de inwoners van het Caribisch deel van het Koninkrijk en voor de samenwerking in het Koninkrijk.”

Continuïteit, rust en op elkaar kunnen rekenen

In de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten staan drie thema’s centraal:

  1. goed bestuur en een sterke rechtsstaat,
  2. gezonde en houdbare overheidsfinanciën, en
  3. economische weerbaarheid.

“Vanuit dit perspectief werken we aan een gedeelde toekomst met oog voor lokale omstandigheden. Vanwege hun ligging kunnen Aruba, Curaçao en Sint Maarten direct de effecten van geopolitieke ontwikkelingen ondervinden. Continuïteit, rust en op elkaar kunnen rekenen in het Koninkrijk zijn in tijden van geopolitieke spanningen van groot belang. De begroting 2026 bouwt daarom voort op de reeds ingezette acties”, benadrukt de Vertegenwoordiger.

Plannen 2026

In zijn toespraak ging dhr. Kunst in op een aantal thema’s waarvoor financiële middelen beschikbaar worden gesteld door de Nederlandse regering. Een aantal uitgelicht:

  • In de samenwerking met Aruba, Curaçao en Sint Maarten ligt de focus op goed bestuur en het versterken van de rechtsstaat. Dit is een randvoorwaarde voor een veilige en stabiele samenleving, positieve economische ontwikkeling en houdbare overheidsfinanciën. In 2026 is 68 miljoen euro beschikbaar voor deze gezamenlijke inzet.
  • Met behulp van de Tijdelijke Werkorganisatie wordt verder gewerkt aan de landspakketten voor de uitvoering van sociaaleconomische hervormingen. In 2026 is hiervoor bijna 27 miljoen euro beschikbaar.
  • Er worden middelen beschikbaar gesteld om de economieën van de drie landen te stimuleren. Dankzij de MKB-kredieten is het tot 2027 mogelijk dat kredietverstrekkers in Aruba, Curaçao en Sint Maarten gebruikmaken van de borgstellingsfaciliteiten in Nederland, wat lokale ondernemers meer kansen biedt.
  • Voedselzekerheid is ook een belangrijk punt in de begroting. Er is 24 miljoen euro beschikbaar voor een revolverend fonds voor projecten die bijdragen aan het vergroten van de voedselzekerheid op alle zes eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
  • Verder wordt 300 duizend euro beschikbaar gesteld voor het versterken van het maatschappelijk middenveld. Denk hierbij aan capaciteitsversterking door middel van trainingen en workshops op het gebied van projectmanagement, governance, fundraising en bedrijfsvoering voor stichtingen. Zo is er dit jaar al een thematisch fonds opgericht waarbij bijdragen zijn geleverd aan de Kaya Kaya Stichting en Wheelie van de Stichting Alton Paas.
  • Tot slot wordt uitvoering gegeven aan de subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven uit de actieagenda’s voor het slavernijverleden, hier op Curaçao en op de andere vijf eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Hiermee geven we invulling aan de opvolging van de excuses voor het slavernijverleden. In 2026 gaat het om 23 miljoen euro.

Brug tussen delen van het Koninkrijk

In zijn functie als Vertegenwoordiger fungeert dhr. Kunst als brug tussen de delen van het Koninkrijk om deze plannen te realiseren.

“Nederland vertegenwoordigen is voor mij namelijk ook heel actief luisteren, bijdragen en samen doen wat er in plannen en beleid aan beide zijden van de oceaan is vastgelegd”, zegt dhr. Kunst. “Ik denk dat de plannen van de Nederlandse regering en van ons als Vertegenwoordiging de kans bieden om met elkaar in gesprek te gaan, te luisteren naar elkaar en het verschil te maken op die gebieden die zo belangrijk zijn voor onze gezamenlijke toekomst – met maatwerk, zoals de Koning in de Troonrede al aangaf, en wat mij betreft, en dat snapt u vast, met extra oog voor talentontwikkeling, onderwijs en cultuur in Aruba, Curaçao en Sint Maarten.”

Het team van de Vertegenwoordiging blijft daarom op alle drie de landen zichtbaar aanwezig.

“We zijn als VNACS een hecht team, met heel deskundige en gemotiveerde collega’s geworteld aan beide zijden van de oceaan, die zich voor Aruba, Curaçao en Sint Maarten inzet,” aldus dhr. Kunst.  “Door op de hoogte te zijn van lokale ontwikkelingen en kennis te hebben van de lokale context, is de Vertegenwoordiging in staat de Nederlandse overheid te adviseren over alle zaken die betrekking hebben op de relatie van uw landen met Nederland.”